Uiteraard kan alleen met diagnostiek worden begonnen als mensen zelf mee willen werken aan het onderzoek. Het gaat hierbij om mensen bij wie mogelijke achteruitgang is geconstateerd, namelijk mensen met:

  • Een hulpvraag over geheugen-, gedrags-, communicatieproblemen of gerelateerde cognitieve problemen.
  • Andere klachten die mogelijk verband houden met dementie.

Ook kunnen er signalen uit de omgeving komen die duiden op mogelijke dementie. Naasten of andere hulpverleners kunnen vermoedens uiten. Een ander signaal is dat mantelzorgers de zorg voor een persoon met dementie eigenlijk niet meer aankunnen. Dit uit zich dan bijvoorbeeld in overbelasting, onkunde, onmacht, verwaarlozing of lichamelijke of psychische mishandeling.